26
okt
2021
Er zijn momenteel 92 verschillende soorten walvisachtigen op onze planeet. Onder walvisachtigen, de cetaceeën, verstaan we alle grote walvissen, de dolfijnachtigen en alle bruinvissoorten. De ene soort wordt meer dan 30 meter lang en de andere haalt ternauwernood de 1,5 meter. Maar alle walvissoorten hebben hun impact op de oceanen!
Walvisachtigen leven in alle zeeën en oceanen en zelfs in rivieren. Van de koude polen tot diep in tropische regenwouden. Er zijn 15 soorten baleinwalvissen en 77soorten tandwalvissen. Onder de ‘grote walvissen’ verstaan we alle baleinwalvissen, inclusief de potvis (de grootste tandwalvis).
In de inleidende tekst hierboven staat “momenteel” 92 verschillende soorten. Dit heeft te maken met het feit dat er nog steeds nieuwe soorten worden ontdekt, maar ook dat er soorten uitsterven. Zo is de Rice walvis (Balaenoptera ricei) pas eind 2020 formeel als aparte walvissoort erkend en is jongstleden oktober formeel de Ramari spitssnuitdolfijn (Mesoplodon eueu) ontdekt. Daarnaast is de Baji (Lipotes vexillifer),een zoetwater dolfijn, uitgestorven. Zie ook onze pagina “wat zijn walvissen”. .7
Baleinwalvissen eten kleine vis en krill (zoöplankton), dat doen ze met honderden kilo’s’ tegelijk. Tandwalvissen vangen hun prooi per stuk, maar soms wel meerdere vissen tijdens een jachtduik. Deze gebruiken bij het vinden en vangen van hun prooi echolocatie. Zie Zeeuwse walvis pagina voor meer uitleg.
Als jagers op vis en krill (en soms ook inktvissen, octopussen en zeezoogdieren) hebben alle soorten walvissen invloed op het leven in zee. Maar daar blijft hun rol niet bij! Het zijn namelijk ook belangrijke bemesters van het fytoplankton. En dit fytoplankton is weer enorm belangrijk voor de hele voedselkringloop en zuurstof/koolstofdioxide huishouding in zee en atmosfeer. De mest van grote walvissen, soms wel duizenden kilo’s per dag, is niet alleen in hoeveelheden belangrijk, maar ook qua samenstelling en het feit dat hun mest aan het oppervlak blijft drijven, waardoor het makkelijk op te nemen is door het fytoplankton. Soorten als de potvis duiken diep de oceanen in en nemen op hun tocht terug naar boven zelfs ook nutriënten mee naar het oppervlak. Dit noemen we de walvispomp.
Er wordt pas sinds enkele decennia intensief onderzoek gedaan naar de invloed die grote walvissen hebben op het leven in zee. Dit onderzoek wordt voornamelijk gedaan door Amerikaanse onderzoekers. Deze onderzoeken zijn voor een belangrijk deel gericht op het effect dat de ‘grote walvisachtigen’ hebben op de voedselkringloop, mariene biodiversiteit en op het klimaat.
Onderzoek naar het effect van dolfijnachtigen en bruinvissen is nog maar net begonnen. Het is al wel duidelijk dat dolfijnen een rol spelen bij de bemesting van koraalriffen.
Ook is er onder meer al gekeken naar de chemische samenstelling van de poep van gewone bruinvissen (Phocoena phocoena). Zo bevat bruinvispoep 682 keer zoveel fosfaat als het zeewater waarin ze zwemmen. En dat komt aardig overeen met de samenstelling van een aantal baleinwalvissen waarvoor dit ook onderzocht is. Nu is de gewone bruinvis geen groot dier, maar er zijn er in de Noordzee wel zo’n 400.000 van!