Bruinvissen opgesloten in Oosterschelde?

Vrijdag 8 maart 2013 promoveert Okka Jansen op op haar proefschrift “Fishing for food”. Hierin beschrijft ze onder meer de drie verschillende dieet analysetechnieken die ze heeft toegepast om verwantschap/verspreiding tussen bruinvissen die in de Oosterschelde leven en hun soortgenoten in de Noordzee aan te tonen alsmede hun voedselvoorkeur in open zee en nabij de kust. Een conclusie gebaseerd op haar onderzoek is dat de bruinvissen in de Oosterschelde wezenlijk andere dieetanalyseresultaten (stabiele isotopen onderzoek) tonen dan die in de Noordzee en dat er nauwelijks sprake is van uitwisseling tussen de twee populaties. Kortom er zwemmen weinig dieren door de kering heen. Omdat het de laatste jaren ook duidelijk is geworden dat er in de Oosterschelde relatief meer bruinvissen sterven dan in de Noordzee is haar stelling dat de dieren hier min of meer zitten opgesloten.

Stichting Rugvin komt min of meer op de zelfde voorlopige conclusie uit a.d.h.v. akoestisch onderzoek. Met de zogenaamde C-pods die bruinvisgeluiden opvangen aan de binnen- en buitenzijde van de Oosterscheldekering kan bepaald worden of de dieren door de kering zwemmen. De eerste twee jaar onderzoek (zuidzijde kering) laten zien dat dit zeer weinig gebeurt. Het lawaai van het schurende water langs de pijlers is van dien aard dat de dieren tijdens de grootste stroomsnelheden wegblijven van de kering en er ook dus niet doorheen zwemmen. Netto zwemmen er meer dieren naar binnen dan naar buiten. In de zomer van 2013 (noordzijde) wordt dit onderzoek (m.h.v. RWS & WNF) afgerond.

Ook wordt in samenwerking met het WNF en de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht momenteel gekeken naar de mortaliteitsoorzaak van specifiek de sterfte van de bruinvissen in de Oosterschelde. Ook dit onderzoek wordt binnenkort afgerond. Met deze onderzoeken willen we een betere kijk krijgen op de bruinvis maar ook op haar leefomstandigheden in de Oosterschelde.