Springende witsnuitdolfijnen tijdens overtocht naar Harwich
Afgelopen weekend zijn twee observers van Stichting Rugvin weer met de Stena Line vanaf Hoek van Holland naar Harwich gevaren voor de maandelijkse monitoring van walvisachtigen. Het was er prima weer voor. Slechts een licht briesje (Bft 2) en weinig golven zorgden er voor dat de observers tijdens de 180 km lange tocht prima uitzicht hadden.
Halverwege de reis werd in de verte “gesplash” waargenomen”. Het waren overduidelijk dolfijnen. Het was ondanks de afstand met de verrekijker goed te zien, een groep van vier dolfijnen sprong recht voor ons uit steeds uit het water. Na enige tijd kwam de veerboot langszij en konden we zien dat het om witsnuitdolfijnen ging, drie volwassen en een juveniel. Vorige maand waren er ook al drie waargenomen. De reis naar Harwich toe leverde verder 20 bruinvissen op. Een dag later op de terugreis werden nog 11 bruinvissen waargenomen, waaronder een groep van 7 in een hele grote groep van honderden jan-van-genten. In totaal dus 31 bruinvissen en 4 witsnuitdolfijnen. Naast deze walvisachtigen werden ook nog 3 grijze zeehonden waargenomen en talloze watervogels waaronder zeekoeten, alken, roodkeelduikers, parel- of ijsduikers (?), noordse stormvogels, drieteenmeeuwen aalscholvers en vele honderden jan-van-genten.
Hieronder de blog van deze trip:
17 – 18 februari 2018
De tweedaagse trip was eerst een weekend eerder gepland. Maar vanwege de voorspellingen van harde winde en hoge golven was er besloten deze te verzetten naar afgelopen weekend. En dat was een goed keuze! Helaas voor Eef die naar de andere kant van de wereld vertrekt, maar mooi voor Ronald die dit weekend mee kon.
Eenmaal aan boord en gesetteld op de brug keken we over het water heen en “zagen dat het goed” was. Overal rustig water om ons heen, de wind was kalm en eenmaal buiten op zee waren er nauwelijks golven. We maakten ook kennis met een voor ons nieuwe kapitein en ook was Gert Jan een eerste stuurman weer van de partij. Die had ik al in geen kleine 10 jaar meer gezien. Eenmaal buiten de Nieuwe Waterweg zoals gebruikelijk aalscholvers op de rotsen en in het water en verderop zilvermeeuwen en mantelmeeuwen.
Na een halfuur zag Ronald al de eerste bruinvis en even later al weer twee bruinvissen. En zo ging dat wat op en neer dan aan bakboord 1 of 4 dan weer aan stuurboord. Tot Ronald riep “ik zie splashes”! Waar, vroeg ik? Op “12 uur” (=recht vooruit). Ik zag niks, niet wetende dat Ronald ze op minimaal 1,5 – 2 km verderop zag. Even later zag hij de splashes weer. Toen zag ik ze ook. De een na de andere dolfijn sprong uit het water. Het waren er zeker vier. Maar welke soort was het? Wisnuitdolfijnen of tuimelaars. Zelfs andere soorten dolfijnen zijn hier zeker niet uitgesloten, maar de dieren waren wel vrij groot. Na enkel minuten stopten de dolfijnen met het uit het water springen. Maar we zagen goed dat het om vier dieren ging. Langzaam kwamen we met de Hollandica dichterbij. Soms waren ze even onder, dan weer kort met hun rugvinnen boven water. Eenmaal langszij de camera in de aanslag maar nu bleven de dieren onder water. Ik ging naar buiten omdat ik toch wel heel graag wilde weten om welke soort het ging. En plots daar waren ze weer. Een dier kwam met zijn flanken boven het oppervlak uit en toonde de brede witte band op zijn zijde, een witsnuitdolfijn overduidelijk! Aan een ander dier zag ik dat het een stuk kleiner was en een juveniel dus waarschijnlijk.
Dat was echt te gek. Prachtig, al was het in de verte en slechts met verrekijker goed te zien, het wat toch genieten! Zo vaak zien we geen dolfijnen. Vervolgens kwamen er nog een stuk of zes bruinvissen, als eenling of in paar voorbij.
Daarna ging het snel achteruit met het daglicht en om een uur of zeven moesten we met het spotten stoppen. het was een mooie en goede dag.
We overnachten in de Captain Fryatt, waar die avond een karaoke avond werd georganiseerd. Laat ik daar maar niet al te veel over schrijven 🙂
De volgende ochtend konden niet echt makkelijk het hotel uit. Alles zat op slot, dus dan maar over de schutting!
Enfin, de Britannica lag mooi op ons te wachten in de haven van Harwich.
Ook aan boord van de Britannica ontmoeten we een voor ons nieuwe kapitein. Die liet als snel zijn foto’s zien van de dolfijnen en bultruggen die hij had gemaakt bij Cape Cod aan de oostkust van de VS.
De verwachtingen waren na de vorige dag best hoog, maar toch duurde het enkele uren voren we de eerste bruinvis zagen. En vervolgens nog een paar. Maar het aantal bleef ver achter bij de verwachtingen. En zeker gezien de honderden, zo niet duizenden jan-van genten die in groepen op het water zaten of op vis doken van enkele tientallen meters hoogte. Altijd spectaculair. Daar moesten toch bruinvissen tussen zitten? En ja eindelijk daar waren ze. En meteen met zeven tegelijk! Het waren ook meteen de laatste van die dag.
Wat deze tweede dag ook opmerkelijk was de grote hoeveelheid roodkeelduikers (al in zomerkleed!) en waarschijnlijk parelduikers (of ook roodkeelduikers maar dan in winterkleed, dit verschil kan ik niet zien van grote afstand).
Al met al een paar bijzonder dagen!
Frank Zanderink