Eerste witsnuitdolfijnen en bruinvissen van 2018
Op de afgelopen monitoringstrip van 13 en 14 januari door Stichting Rugvin zijn de eerste bruinvissen en witsnuitdolfijnen van 2018 gespot. Vanaf de brug van Stena Hollandica werden op zaterdag naar Harwich toe geen waarnemingen gedaan. Op de terugweg naar Hoek van Holland met de Stena Britannica was het wel raak met 4 bruinvissen en 3 witsnuitdolfijnen. De omstandigheden op zee waren op zaterdag (Bft 3-4) en zondag (Bft 4-5) redelijk te noemen. Zoals gebruikelijk zijn de uren bij daglicht op de Hollandica in de wintermaanden beperkt. Naast deze 7 walvisachtigen werden ook veel roodkeelduikers (Gavia stellata) gespot, met name aan de Engelse. Deze typische kust- en zeevogels worden aan deze zijde van de Noordzee in de wintermaanden geregeld waargenomen door de observers.
Hieronder de blog van deze trip:
13-14 januari 2018 Waar zijn ze gebleven?
Het is stiekem toch een tijdje geleden sinds ik mij op het water heb begeven. Het vormen van een gezin zorgt voor een hoop nieuwe energie en doelen in het leven, maar het oude leven krijgt zeker een optater. Al helemaal als er naast de nodige hobby’s ook nog een studie en een baan zijn, die naast het gezin aandacht nodig hebben. De wintermaanden op zee zijn altijd een uitdaging. Al helemaal wanneer er niet al te veel opties zijn om de survey te laten doorgaan. De weersvoorspellingen gaven prima vooruitzichten om op het eerste mogelijke weekeind in januari de stena-survey binnen te koppen. Gaan dus!
Zaterdag 13 januari
Na twee dagen van perfect windstil weer is er vandaag een klein briesje te bespeuren in de vlaggenmasten die ik passeer op weg naar de hal van de Stena-line in Hoek van Holland Haven. Hier ontmoet ik Cora Verdijk. Cora is een oud lid van het bruinvis foto-identificatie team van 2016. Leuk om een bekend gezicht te zien. Veel uitleg is er dus ook niet nodig vandaag. Wél is het voor Cora een indrukwekkende gebeurtenis op de brug van de Stena Hollandica. Ik vergeet het nog wel eens, maar het is een bijzonder groot schip. Op 30 meter hoogte razen we zometeen met 35 kilometer per uur over het water. Nu lijkt het alsof we stil staan in Madurodam. Alles lijkt met een factor tien te krimpen op deze hoogte. Wanneer de toeter klinkt om de Nieuwe waterweg op de hoogte te stellen van ons vertrek, zorgt het licht voor een goede sfeer op het water.
We zullen vandaag helaas lang niet de overkant halen in daglicht. We hebben nu hooguit nog twee en een half uur om te zoeken, voordat de zon voor ons in het water zakt. Volg goede moed starten we met een licht briesje in de rug van windkracht drie. Meestal is het eerste uur vanuit de 2e Maasvlakte één van de betere, met normaliter een hoop bruinvissen. Nu blijft het angstvallig stil. Een paar gewone zeehonden laten zich wél zien. Ook zijn er zo nu en dan wat zeekoeten en alken te zien op het water. Dit is voor mij altijd een indicator dat het in ieder geval niet aan mij ligt dat ik niets zie. Een wankelend zelfvertrouwen zorgt vaak voor verminderde concentratie en een afname aan motivatie. Ik meen vanuit mijn ooghoek twee keer een bruinvis te zien verdwijnen met een minuutje ertussen. Hoewel ik het bijna zeker durf te zeggen dat het er één was, heb ik niet de zekerheid en glipt er waarschijnlijk toch één tussen onze vingers door.
Het begint nu te schemeren en de kansen om nog wat te zien slinken snel. Dan is daar in de verte commotie in het water. Twee drieteenmeeuwen wijzen mij op het laatste zeezoogdier van vandaag. Een gladde rug zonder vin en een grove kop vertellen mij dat het hier gaat om een grijze zeehond.
Pas één keer eerder bereikte ik Harwich met een blanco waarnemingsformulier. Graag hadden we licht gehad gedurende de gehele overtocht. In ieder geval durven wij te concluderen dat er gewoonweg weinig bruinvissen te zien waren vandaag.
Zondag 14 januari
Een nieuwe dag met nieuwe kansen. Na bijna drie jaar van afwezigheid is de gangway ofwel loopplank in Harwich hersteld en begaanbaar voor het publiek. Voor ons passeert de open muil va de Britannica die vol stroomt met vrachtverkeer.
Vol vertrouwen bezetten we de brug van de Britannica. Helaas houdt het weer zich niet aan de afspraak en is de wind vandaag een matige windkracht 4 tot 5. Net buiten Harwich passeert een roodkeelduiker. Een normale verschijning in de kuststroken van onze Noordzee in de winter.
De familie der duikers lijken een beetje op XXL-futen. Een slangachtig uiterlijk in de vlucht, poten ver naar achter en vaak ver voor de boot opvliegend. Vanwege dit gedrag vaak ongezien zonder verrekijker. Duikers broeden rond en in de poolcirkel op zoet water, maar zoeken het zoute water van de kuststreek op om te overwinteren. Het zijn er wel erg veel. Ik tel er in het eerste uur na uitvaren ongeveer 250 tot 300. Gisteren passeerde er in totaal een tiental aan de Nederlandse kant. Dan is dit wel van een andere orde.
Dan is daar ineens dat bekende ronde silhouet, wat rollend weer onder het wateroppervlak verdwijnt. Het is de eerste bruinvis. Overduidelijk zichtbaar en niet moeilijk te vinden. Ook Cora krijgt het dier in de smiezen en weet nu precies wat we moeten vinden. Het is ook wel een mentale boost. Als er gisteren wat bruinvissen in ons gebied zaten, dan hadden we er echt wel en paar kunnen tellen. In ieder geval piekt de motivatie weer. Binnen een kwartier is het weer raak met een tweetal dieren die op redelijke afstand de boot passeren. Gaat het dan nu eindelijk beginnen? Vol energie staan we te turen, maar het blijft wederom stil. Er is ook weinig vogelleven meer te bespeuren.
Drie uur gaan voorbij en ik begin met mijn gedachten te dwalen. Het is tijd voor een kopje koffie. Ik loop naar Cora om haar te vragen of zij ook wat wil. Op dat moment springt ze op uit de stoel. “DOLFIJN!”. Het zal toch niet waar zijn? Ik hoor het woord “porpoise” vallen bij de bemanning. De grote witte stukken schuim in het water waar de dieren verdwenen vertellen een ander verhaal. Dan schieten er drie grote vinnen op zwart-witte ruggen door het water. Met een rotgang ontwijken de witsnuitdolfijnen het schip. Ze laten zich op een meter of 150 goed zien. Wanneer ze de boot hebben ontweken kalmeren de dieren en laten ze zich nog een aantal keer zien. In de commotie moeten we even concentreren, maar constateren we dat het om drie dieren gaat.
Dit is precies wat we nodig hadden. Het is taai vandaag. Gelukkig is het harde speurwerk nu beloond met een niet alledaagse waarneming van witsnuitdolfijnen op de Noordzee! Na deze opwinding blijft het ook nu stil. Pas een uur later kan ik nog één bruinvis op het formulier vereeuwigen. Alle hoop rust nu op het gebied voor de 2e Maasvlakte. Hopelijk was gisteren een uitzondering. Het water vlakt bijna volledig af. De ongewoon grote hoeveelheden regenwater dat wordt geloosd zorgt voor een hoop bewegend water waar de wind geen vat op krijgt. Weer zien we niets. Geen bruinvissen of zeehonden. Zelfs nauwelijks vogels. Zou de overvloed aan zoet water hier iets mee te maken hebben? Het blijft natuurlijk speculeren. Feit is dat we de eerste trip van 2018 afsluiten met slechts vier bruinvissen en drie zeer welkome witsnuitdolfijnen. Hopelijk laten de bruinvissen wat meer van zich zien de komende maanden.
Ernst Schrijver