28
jan
2020
Sinds 2005 vaart Stichting Rugvin maandelijks mee met de Stena Line veerboten Hollandica en Britannica vanaf Hoek van Holland naar Harwich (VK). Er zijn altijd twee observers/waarnemers aan boord. Vanwege de Corona pandemie hebben we helaas maar beperkt mee kunnen varen monitoren van 2020 tot april 2022.
De meest voorkomende walvisachtige in het monitoringsgebied (en in de Nederlandse wateren) is de bruinvis (Phocoena phocoena). Door de jaren heen nam het aantal bruinvissen dat door Rugvin waarnemers gespot werd toe. Het jaar 2010 was een tijdelijk hoogtepunt met 403 bruinvissen. Hiervan werden maar liefst 316 dieren waargenomen in de maand april.
In de de jaren 2015 – 2018 name het aantal bruinvissen fors toe. Zie staafdiagrammen.
In de beginjaren werden ook regelmatig witsnuitdolfijnen (Lagenorhynchus albirostris) waargenomen. Deze soort is door de waarnemers van Rugvin daarna een aantal jaar niet meer gezien maar in de laatste jaren 2015, 2017, 2018 en 2019 noteerden we toch weer een aantal van deze dolfijnsoort.
Daarnaast zijn ook incidenteel orka’s, een tuimelaar, bultrug en niet-walvisachtigen zoals een reuzenhaai en zeehonden (grijze en gewone) waargenomen.
Voor elk jaar zijn de waarnemingen opgetekend en terug te vinden in de jaaroverzichten en de kaarten en tabellen die in het jaarverslag van het desbetreffende jaar zijn opgenomen.
In 2020 hebben we maar een drietal keren kunnen meevaren met de Stena Line veerboten vanwege de Corona uitbraak. In 2021 is er helemaal niet gemonitord. Gelukkig is in mei 2022 ons werk weer hervat.