“De bruinvissen waren er even niet”
Afgelopen weekend 23-24 maart vond aan boord van de Stena Line veerboten Hollandica en Britannica de monitoringstrip van maart plaats. Er waren al enkele weekenden voorbij gegaan met een afgelaste trip vanwege een teveel aan wind. Het afgelopen weekend zou goed genoeg zijn volgens de voorspellingen. Op zaterdag was het weer redelijk, er waren wel wat golven, maar als er een bruinvis zou zwemmen zou die toch gezien kunnen worden. Maar de teller bleef echter op één staan.
Er vlogen genoeg zeevogels rond die er op duiden dat er toch zeker vis zat. Zondag was prima weer, het was af en toe zelfs bijna een spiegel, maar ook deze dag bleef het aantal bruinvissen laag ten opzichte van de verwachting. 4 bruinvissen werden er deze dag gezien. En zelfs deze lieten zich maar kort waarnemen. Stil hangend aan het oppervlak (logging) merkten ze het naderende schip op en doken onder om niet meer in het zicht boven te komen.
In het gebied, midden op de vaarroute waar we voor zo’n twee uur door heen voeren met een overdaad aan jagende jan-van-genten zagen we geen bruinvissen. Overal waren deze zeevogels aanwezig en plonsden er op los op zoek naar vis, maar de bruinvissen waren er simpelweg gewoon even niet, bijna niet.
Dit “gemis” werd voor een deel goed gemaakt met toch wel mooie vogelwaarnemingen van zwarte zee-eenden, roodkeelduikers, alken, een grote jager, drieteenmeeuwen, sternen en vele honderden jan-van-genten.
Lees hieronder de blog van deze trip:
23 – 24 maart 2019
Het idee was om zo snel mogelijk in maart met de Stena Line mee te gaan. We hadden er zin in, maar daar dacht de wind anders over. Wekenlang bleef het hard waaien en moesten geplande tochten naar achteren verschoven worden. Uiteindelijk leek het dan het afgelopen weekend goed te worden. En achteraf beschouwd was de zaterdag redelijk, niet echt goed, maar de zondag was qua weer en “seastate”, een prima dag.
Omdat men in Groot Brittannië enkel aandacht voor de Brexit heeft en men de hieruit voorkomende mogelijke bui al ziet hangen, is het hamsteren van voedsel en andere goederen explosief toegenomen. En dat is bij de Stena Line goed te merken. Iedere dag volle veerboten, met talloze vrachtwagens volgestouwd met goederen, naar het Britse eiland. Dit met de consequentie dat de boten nog wel eens later vertrekken. Ook op zaterdag was dat het geval. Met een kleine 3/4 uur vertraging vertrokken we met een windkracht 4 op zee. Aan bakboord ook nog wel last van de nodige “glare” maar toch hadden Tamara en ik het idee dat het niet moeilijk zou zijn vandaag bruinvissen te spotten. Onlangs op de veerboot van Den Helder naar Texel wist Tamara er ook snel al een te ontdekken. Maar ondanks de vele zeevogels onderweg die voor een deel toch een indicatie zijn voor de aanwezigheid van vis, bleef het bij één bruinvis op de heenweg. Toch is ook de hoeveelheid zeevogels het vermelden waard. We zagen naast de tientallen jagende jan-van-genten, groepjes sternen (maar welke soort), aalscholvers, roodkeelduikers, noordse stormvogels, een grote jager, diverse meeuwensoorten (o.a. drieteen-, kleine en grote mantelmeeuw en zilvermeeuw), zeealken en sinds lange tijd ook weer eens een groep gewone zee-eenden.
In Harwich liepen we na zonsondergang van boord richting ons verblijf bij Captain Fryatt. Onderweg kwamen we langs de Paston Lodge van Don Fisher. Het stond nu vanwege het ziek zijn van hem te koop. In de Captain Fryatt werden we al opgewacht door Maria en Yes. Snel inchecken en dan een verdiende pint in de pub.
In de ochtend liepen we weer naar de veerbootterminal. Niet zoals gewoonlijk terug met de Britannica, maar met de Hollandica, voor enkele maanden is hun schema helemaal omgegooid. Enfin, om een uur of kwart voor elf vertrokken we met de Britannica. Het water was heerlijk rustig, een klein windje zorgde voor een seastate van maximaal 2. Het was goed helder en we konden mijlen ver vooruit kijken. Al snel zagen we de eerste bruinvissen. Twee maal één dier en een keer twee dieren. Vier in totaal. Daarna doken de eerste vluchten roodkeelduikers op, voorafgegane door vele aalscholvers en met het zicht op de windmolenparken kwamen ook de jan-van-genten meer en meer in beeld. Soms met wel honderd dieren op en oven het water en met menig dier dat dook naar vis. Daar zat dus vis en wat vaak wel gebeurde, gebeurde nu niet. Geen enkele bruinvis liet zich in dit stuk water zien dat vol zat met vis. Dus die dag bleef het bij het viertal van het begin van de tocht. Jammer! We waren klaar om er meer te zien, maar ze waren er nagenoeg simpelweg niet.
Wat er helaas wel was, zelfs al in het begin van het voorjaar waren de ballonnen midden op zee. Helaas. Ballonnen van kunststof en van folie. Wanneer stoppen we hier eens mee?
Uitgetuurd kwamen we rond zessen aan bij Hoek van Holland. Daar waar de “Hoekse lijn” voorlopig nog niet zal rijden … 🙂 .
Frank